Homeopathisch Dieren Consult
   

 

Voeding voor hond en kat

 

Het allerbelangrijkste om gezond te blijven is goede voeding. Goede voeding is voeding die is afgestemd op wat een dier hoort te eten, dus wat de wilde soortgenoten in de natuur eten.

Voor onze hond of kat  betekent dit dat ze vlees, botten en orgaanvlees krijgen, al dan niet met groenten. Katten hebben geen groenten nodig, hooguit als vezelbron om de ontlasting minder hard te krijgen. Honden hebben een beetje groente nodig. Koolhydraten hebben ze zo goed als niet nodig. Ze kunnen prima in hun energie voorzien met behulp van vetten en eiwitten. Vrijwel altijd adviseer ik de eigenaren van honden en katten een groot deel van de brokvoeding in te wisselen voor versvlees of helemaal over te gaan op versvleesvoeding. De meesten beginnen met het voeren van een een complete versvleesvoeding in de vorm van kant-en-klaar diepvriesproducten. Zelf het eten samenstellen vergt wel enige kennis en ervaring. Zelf maken en kant-en-klaar versvleesvoeding zijn beiden in ieder geval veel beter voor het dier dan de brokken.

 

Natuurlijk eten voor de hond

Natuurlijk eten voor de kat

Zelf versvoeding maken voor de hond

Zelf versvoeding maken voor de kat

Kant-en-klaar versvoer voor hond en kat

Informatie op deze pagina afkomstig van

 


Natuurlijk eten voor honden

 

Honden, eten en geschiedenis

Duizenden jaren zwierven honden rond in de oude wereld. Ze woonden in de Savanna's van Afrika, in de vlakten van India en in de bossen van Europa, Azië en Amerika. Hun woonomgeving bestond uit zeer verschillende terreinen en klimaten. Ze aten wat ze konden vinden en wanneer het er was. Hun eten kwam van drie bronnen; prooien, aas en grazen.

Hun prooi bestond voornamelijk uit planteneters zoals konijnen, herten en schapen. Aas bestond uit datgene wat de grote roofdieren, zoals de leeuwen beren en poema's overlieten aan de karkassen. Planten vormden een klein, maar niet onbelangrijk deel van het menu van de honden. Ze aten planten zoals appels, bessen en noten.

 

Honden jaagden in groepjes. Ze aten hun prooi helemaal op, dus ook het karkas en de ingewanden. Met het eten van de maag en de darmen kregen de honden veel gedeeltelijk verteerde plantaardige materialen binnen. Een zeer klein deel daarvan bestond uit granen. Als laatste aten de honden de botten en hiermee maakten ze hun gebit schoon na de maaltijd. Sinds vele duizenden jaren worden honden gebruik voor de jacht en werden ze gevoed door de mens. Ze kregen wat overbleef van de jachtbuit, zoals de ingewanden en de vlezige botten. De mens werd zo voor de hond een lid van de meute. Hij moest hard werken, mar werd beloond met een makkelijk verkregen maaltijd.

Honden van toen zijn te vergelijken met de wolf van nu.

 

De wolf, de hond van vroeger

Een wolf eet wat hij te pakken krijgt. De ene dag eet hij vrijwel niets, of heel weinig (een muisje, een half verteerd vogeltje, wat besjes…), andere dagen eet hij veel. Héél veel. Wanneer een dergelijke grote prooi, bijvoorbeeld een hert, wordt gevangen, wordt als eerste de buik opengetrokken en leeggegeten. De darmen, de buikinhoud: dit is vaak genoeg voor een hele dag (let wel; honden jagen niet alleen, dit is voldoende voor een hele roedel wolven!). Het vlees en de botten worden pas daarna opgegeten. De pens wordt veelal leeggeschud en opgegeten, maar de inhoud van de pens wordt ook opgegeten. Bij oudere dieren laat de wolf de grote botten liggen omdat ze te hard geworden zijn.

In de winter eet een wolf minder dan in de zomer, simpelweg omdat er weinig eten te vinden is. Een wolf mag dan blij zijn met twee grote maaltijden per maand. In het ergste geval kan een wolf tot soms wel 6 maanden overleven zonder een echte grote maaltijd. Een wolf heeft dus geen absolute behoefte aan een regelmatige volle maag.

Na een grote maaltijd eet een wolf een aantal dagen niets, behalve wat kleine dingetjes die hij vindt. Dat is niet gek, aangezien de wolf ¼ van zijn eigen lichaamsgewicht kan eten: genoeg om een tijd op te kunnen teren! Dit heeft hij ook nodig want een wolf beweegt gemiddeld zo´n 16 uur per dag. Onze huishond mag blij zijn als hij zo´n 1-3 uur per dag beweging krijgt. Daarom eet een huishond ook maar iets van 5 à 6% van zijn eigen lichaamsgewicht; als hij de kans krijgt tenminste!

 

Fabrieksvoer

In de jaren '50 kwamen voedselproducenten in de Verenigde Staten op het idee om de grote hoeveelheden overblijvend vlees van slechte kwaliteit samen met granen te verwerken tot blikvoer voor honden. Voor het eerst in de geschiedenis was er speciaal voor honden gemaakt eten. Het idee sloeg aan bij het publiek en op dit moment zijn er heel veel verschillende merken en typen fabrieksmatig gemaakt voer voor de hond. Deze worden voortdurend via reclamecampagnes aangeprezen om hun kwaliteit en aantrekkelijkheid voor zowel de baas als de hond.

De vraag die rijst is natuurlijk: waarom geen brokken? Wat is er mis mee? Dat is veel. Commerciële voeders worden goedkoop gehouden door er veel granen in te stoppen en het ´vlees` wat er in zit is vaak (voor een groot deel) slachtafval (snavels, veren, koppen, organen). Granen zijn echter geen natuurlijk voedingsbestanddeel voor wolven en wilde katachtigen. Wat ze wel eten is vlees met botten en de darminhoud van hun prooidieren. Dit kan nagebootst worden door onze huisdieren rauwe botten met veel vlees eraan te geven en een mengsel van gemalen groenten.

Daarnaast worden instantvoeders langdurig verhit om het houdbaar te maken. Dat verhitten vernietigt veel voedingsstoffen die er daarna weer in synthetische vorm aan toegevoegd worden. Ook zorgt het verhitten ervoor dat eiwitten veranderen van structuur, waardoor ze moeilijker verteerbaar zijn en eventueel allergische reacties kunnen veroorzaken. Gekookt eten kan op langere termijn allerhande klachten veroorzaken. En er zitten veel kleur-, geur- en smaakstoffen in om het nog een beetje smakelijk te maken.

Om deze redenen kan een dieet van fabrieksvoer vergeleken worden met elke dag patat met een multivitaminenpreparaat. Er zit inderdaad in wat je nodig hebt maar echt gezond is anders! Toch doen veel honden het goed op commercieel voer. Maar veel eigenaren voegen zelf ook allerlei zaken toe aan het dieet. Af en toe krijgt de hond een bot, wat fruit, vuile pens, yoghurt of een restje van tafel. De meeste honden blijven gezond en worden oud op brokken of blikvoeding, maar er zijn ook honden die het er niet zo goed op doen. Er zijn honden met maag/darmproblemen of bijvoorbeeld huidproblemen. Soms hebben deze klachten te maken met de voeding die de hond krijgt en deze zijn dan goed op te lossen door de hond rauwe en verse vleesvoeding te geven.

 

Een natuurlijk dieet

Het is nogal wat om een huishond die brokjes eet overzetten op een rauw dieet en dan ook nog eens een rauw dieet dat aansluit bij de eetgewoontes van de wolf. Zich vol eten, vasten. Dit is dan ook niet iets wat zomaar, van de ene op de andere dag, moet worden ingesteld. Het is ook maar de vraag of dit dieet voor iedere hond wenselijk is; er zijn honden die het beter doen op vaste voertijden en vaste hoeveelheden.

Wanneer een hond brokvoeding gewend is en men over wil stappen op een rauw dieet, moet dit langzaam ingevoerd worden. De maag van een hond die brokken krijgt is veel minder zuur dan die van een hond die rauw vlees krijgt. En een zure maag is nodig om bacteriën in rauw voer onschadelijk te maken. Vandaar dat sommige honden omschakelingsproblemen hebben. Hun maag is nog niet aangepast aan het verteren van vers vlees.

Om deze overschakeling zo soepel mogelijk te laten verlopen is het goed om geleidelijk te beginnen met het geven van rauw voer, bijvoorbeeld iedere week een dag vaker het nieuwe dieet.

Vaak zien we bij de overgang op ‘vers’ een periode van diarree optreden die 1 tot wel 10 dagen kan aanhouden. Is wenperiode te extreem: de hoeveelheid vers terugbrengen en licht de kook erover laten gaan.

 

naar boven

 


Natuurlijk eten voor de kat

 

Katten, eten en geschiedenis

Duizenden jaren zwierven katten rond in de oude wereld. Ze woonden in de Savannahs van Afrika, in de vlakten van India en in de bossen van Europa, Azie en Amerika. Hun woonomgeving bestond uit zeer verschillende terreinen en klimaten. Ze jaagden op klein planteneters zoals muizen, ratten en konijnen.

 De kat eet zijn hele prooi op, behalve de galblaas. Net als honden teen ze dus ook de bottenm, de ingewanden, de hersenen etc. Anders dan honden eten ze alleen vers vlees, geen karkassen en resten die door grote roofdieren zijn achtergelaten. En ze eten ook geen noten of fruit. Plantaardig voedsel krijgen ze alleen binnen via de inhoud van de maag en de darmen van hun prooi.

Wanneer we naar het gebit en het spijsverteringssysteem van de kat kijken, dan moeten we concluderen dat de kat een echte carnivoor is. Na alle jaren van evolutie is er dus aan de binnenkant van de kat maar zeer weinig veranderd!

 

Fabrieksvoer

In de jaren '50 kwamen voedselproducenten in de Verenigde Staten op het idee om de grote hoeveelheden overblijvend vlees van slechte kwaliteit samen met granen te verwerken tot blikvoer voor katten. Voor het eerst in de geschiedenis was er speciaal voor katten gemaakt eten. Het idee sloeg aan bij het publiek en op dit moment zijn er heel veel verschillende merken en typen fabrieksmatig gemaakt voer voor de kat. Deze worden voortdurend via reclamecampagnes aangeprezen om hun kwaliteit en aantrekkelijkheid voor zowel de eigenaar als de kat.

De vraag die rijst is natuurlijk: waarom geen brokken? Wat is er mis mee?

Commerciële voeders worden goedkoop gehouden door er veel granen in te stoppen en het ´vlees` wat er in zit is vaak (voor een groot deel) slachtafval (snavels, veren, koppen, organen). Als je geluk hebt dan bestaat het kattenvoer voor 55% uit vleesmeel. Granen zijn echter geen natuurlijk voedingsbestanddeel voor wilde katachtigen. Brokken en blikvoer bevat zo rond de 30% granen.

Daarnaast worden instantvoeders langdurig verhit om het houdbaar te maken. Dat verhitten vernietigt veel voedingsstoffen die er daarna weer in synthetische vorm aan toegevoegd worden. Ook zorgt het verhitten ervoor dat eiwitten veranderen van structuur, waardoor ze moeilijker verteerbaar zijn en eventueel allergische reacties kunnen veroorzaken. Gekookt eten kan op langere termijn allerhande klachten veroorzaken. En er zitten veel kleur-, geur- en smaakstoffen in om het nog een beetje smakelijk te maken.

Om deze redenen kan een dieet van fabrieksvoer vergeleken worden met elke dag patat met een multivitaminenpreparaat. Er zit inderdaad in wat je nodig hebt maar echt gezond is anders!

De meeste katten blijven gezond en worden oud op brokken en blikvoer. Maar er zijn helaas ook katten die het niet zo goed doen. Zij hebben darm- of maagproblemen hebben. En er zijn katten die bijvoorbeeld huidproblemen hebben. Ook krijgen katten vaak op jeugdige leeftijd problemen met de nieren en/of blaasgruis. Soms hebben deze klachten te maken met de voeding die de kat krijgt en kunnen deze klachten goed opgelost worden door de kat een rauwe en verse vleesvoeding te geven.

 

Een natuurlijk dieet

Katten zijn over het algemeen heel lastig over te schakelen naar verse/rauwe voeding. Dit komt omdat gekookte voeding aantrekkelijker smaakt voor de kat. Eenmaal verwend met gekookte voeding en voeding met sterkte smaakstoffen (smaakstoffen die veel aan kattenbrokjes en blikvoer toegevoegd wordt - dit hoeven niet per definitie onnatuurlijke smaakstoffen te zijn), zal de kat zich niet zo makkelijk over laten schakelen.

De beste manier om de kat te overtuigen dat het gezonder en beter is om verse/rauwe voeding te eten is door zijn favoriete merk blik of brokjes te mengen met een heel klein beetje vers vlees (al dan niet kant en klaar of zelf samengesteld). In de loop der dagen/weken kun je steeds meer vers vlees gaan geven en steeds minder brokjes/blikjes, totdat de kat volledig is overgeschakeld.

Vaak zien we bij de overgang op vers vlees een periode van diarree optreden die 1 tot wel 10 dagen kan aanhouden. Is wenperiode te extreem: de hoeveelheid vers terugbrengen en licht de kook erover laten gaan.

 

naar boven

 


Zelf versvoeding maken voor de hond

Een natuurlijk dieet, gebaseerd op het eet patroon van de wilde hond, bestaat uit

50% vlees

Voorbeelden van vlees (eiwit) die u uw huisdier kunt voeren: kip (-filet, vleugeltjes, nekjes, karkassen, voor grote honden zelfs een hele kip), lam (ribben, schouderbladen, hart), rund, ei (gekookt of rauw), vis, (vers of uit blik, rauw of gekookt), cottage cheese of tahoe. Als ze gewend zijn aan dit eten kunt u ze ook af en toe een lap vlees geven (buiten!) om ze lekker te laten kauwen. Dat is goed voor hun tanden.

Geef geen varkensvlees!

Als je hond een huid of spijsverteringsprobleem heeft, begin dan niet met rundvlees, maar geef dat pas na een week of 4.

Het voordeel van invroren vlees is dat het een aantal mogelijk schadelijke parasieten (lintworm, toxoplasma, sarcocystes) doodt.

10-15% organen (hart, lever en nier)

Orgaanvlees is erg gezond, mits met mate gevoerd. Niet meer dan twee keer per week kunt u het vlees vervangen door: lamshart, runderhart, -niertjes, kippenlevertjes, -maagjes, -hartjes of vuile pens.

10-15% bot (altijd rauw, gekookt bot splintert!)

Kippenbotjes kunnen splinteren maar met rauwe kip valt dat erg mee. Geef dus zeker geen gekookte of gebakken botjes!Vraag bij de slager eventueel om restjes die overblijven bij het uitbenen, bijvoorbeeld kipkarkassen. Grotere hoeveelheden kunt u in porties invriezen. Botten als kippennekjes, ossestaarten en lamsribben mogen met bot en al opgegeten worden. Alleen de botten van grote dieren die gewicht dragen, schenkels, poten e.d., zijn te hard om helemaal opgegeten te worden. Van deze botten kunnen ook soms de tanden te veel slijten. Ze mogen wel als ´recreatiebot` gegeven worden, maar niet opgegeten. Maaltijden waarin vlees of orgaanvlees zit en geen botten, moeten aangevuld worden met een calciumbron, bijvoorbeeld gemalen eierschalen.

15-25% groenten en fruit (geplet en/of licht gekookt)

Groenten moeten gemalen worden, grote delen kunnen onze huisdieren niet verteren. je kunt twee keer per week in de keukenmachine malen, het mengsel blijft ongeveer twee dagen (drie dagelijkse porties) goed in de koelkast. De plantaardige voeding die de wilde honden in de natuur binnenkrijgt bestaat uit voorverteerde darminhoud en af en toe wat vruchten (besjes bijvoorbeeld).

Alle groenten behalve ui en prei zijn geschikt. Bijvoorbeeld: wortels, bloemkool, broccoli, andijvie, spinazie, boontjes, sla, tomaten, spruiten, kool, maar ook fruit: appels, sinaasappels, peer en banaan. Vooral groene, bladgroente en alfalfa bevatten veel calcium en vullen daardoor het vlees goed aan.

De percentages moeten gezien worden als een weekbalans. Niet iedere dagelijkse maaltijd hoeft hier aan te voldoen.

Voer de hond naar conditie: ribben voelbaar, maar niet zichtbaar. Kijk goed of uw hond niet dunner of dikker wordt. Een hond van 10 kg geef je ongeveer 100 tot 150 gram vers vlees per dag. Daarbij komen dan nog de botten en de groenten. Richtlijn voor de vlees/groentenmix: 20-30 gr per kg dier.

Je kunt nog van alles toevoegen om de hond af en toe wat extra´s te geven. Voor niet te dikke honden kan het menu af en toe aangevuld worden met koolhydraten in de vorm van goed doorgekookte rijst, gekookte groenten of aardappels. Restjes van onze eigen maaltijd mogen ook toegevoegd worden in de vorm van gekookte of anderszins bereide groenten en aardappels. Ze gelden dan als gemakkelijk verteerbare koolhydraten en je moet er erg mee oppassen omdat ze gemakkelijk te dik worden. Alleen als het niet te vet, te zout of te gekruid is.

Verder kan het goed het verrijkt worden met: scheutje plantaardige olie, vooral lijnzaadolie of theunisbloemolie, scheut yoghurt of karnemelk (liefst met bacteriën), een rauw ei, biergist, knoflook, levertraan, multivitaminen en (tuin)kruiden.

 

Let op: Wanneer je brokken en versvoer combineert geef ze dan nooit tegelijk. Ze hebben een ander verteringsproces nodig.

 

naar boven

 


Zelf versvoeding maken voor de kat

 

Een natuurlijk dieet, gebaseerd op het eetpatroon van de wilde kat, bestaat uit:

60-65% vlees

Voorbeelden van vlees (eiwit) die u uw kat kunt voeren: kip (vleugeltjes, nekjes, karkassen, lam (ribben, schouderbladen, hart), rund, ei (gekookt of rauw), vis, (vers of uit blik, rauw of gekookt), cottage cheese of tahoe. Geef gevarieerd vlees en let erop dat het wat zenig is en vet bevat. Liever niet te mager vlees.

Geef geen varkensvlees!

Het voordeel van invroren vlees is dat het een aantal mogelijk schadelijke parasieten (lintworm, toxoplasma, sarcocystes) doodt.

15-25% organen (hart, lever en nier)

Orgaanvlees is erg gezond, mits met mate gevoerd. Niet meer dan twee keer per week kunt u het vlees vervangen door: lamshart, runderhart, -niertjes, kippenlevertjes, -maagjes, -hartjes of vuile pens.

10-15% bot (altijd rauw, gekookt bot splintert!)

Kippenbotjes kunnen splinteren maar met rauwe kip valt dat erg mee. Geef dus zeker geen gekookte of gebakken botjes!Vraag bij de slager eventueel om restjes die overblijven bij het uitbenen, bijvoorbeeld kipkarkassen. Grotere hoeveelheden kunt u in porties invriezen. Maaltijden waarin vlees of orgaanvlees zit en geen botten, moeten aangevuld worden met een calciumbron, bijvoorbeeld gemalen eierschalen.

5% groenten en fruit (geplet en/of licht gekookt, geen prei of uien)

Groenten moeten gemalen worden, je kunt drie keer per week malen, het mengsel blijft ongeveer twee dagen goed in de koelkast. De plantaardige voeding die de wilde katten honden in de natuur binnenkrijgt bestaat uit voorverteerde darminhoud en af en toe wat vruchten (besjes bijvoorbeeld).

Alle groenten behalve ui en prei zijn geschikt. Bijvoorbeeld: wortels, bloemkool, broccoli, andijvie, spinazie, boontjes, sla, tomaten, spruiten, kool, maar ook fruit: appels, sinasappels, peer en banaan. Vooral groene, bladerige groente en alfalfa bevatten veel calcium en vullen daardoor het vlees goed aan.

Katten zijn moeilijk te verleiden tot het eten van groeten en fruit. Geef daarom kleine hoeveelheden en "verstop"het in het vlees.

Voer geen granen!

De percentages moeten gezien worden als een weekbalans. Niet iedere dagelijkse maaltijd hoeft hier aan te voldoen.

Voer de kat naar conditie: ribben voelbaar, maar niet zichtbaar. Kijk goed of uw kat niet dikker of dunner wordt. Een richtlijn is 20 gram per kg lichaamsgewicht. Geef dezelfde hoeveelheid als van blikvoer en 1,5 keer het gewicht van brokjes. Voor jonge dieren twee tot driemaal zoveel; een en ander afhankelijk van conditie, beweging en stofwisselingsniveau. Ze moeten het eten binnen een half uur op hebben. Daarna wegpakken de rest invriezen en de volgende dag minder geven.

Verder kan het goed het verrijkt worden met een scheut yoghurt of karnemelk (liefst  met bacteriën), een rauw ei, biergist, knoflook, levertraan, multivitaminen en (tuin)kruiden. Katten kunnen minder goed omgaan met plantaardige oliën dan honden. Beter is het dan ook om visolie te geven aan katten. Voeg, wanneer voornamelijk ingevroren vlees wordt gevoerd,taurine toe. Katten kunnen dat zelf niet aanmaken en ingevroren gaat er veel verloren uit het vlees.

 

Let op: Wanneer je brokken en versvoer combineert geef ze dan nooit tegelijk. Ze hebben een ander verteringsproces nodig.

 

naar boven

 


Kant-en-klaar versvoer voor hond en kat

Er zijn tegenwoordig veel verschillende producenten van kant-en-klaar versvleesvoeding (de afkorting is KVV). Deze bieden complete voeren, aanvullend voer en sommige producenten bieden ook versvoer voor honden die een  bepaald dieet moeten volgen. Op de website Voerwijzer vind je veel praktische informatie over brokken en versvoeding.

 

Bij de keuze voor een voer kan je je laten leiden door:

1. Wissel  diersoorten af, ook als het merk zegt compleet te zijn.

2. Kies voor bot als calciumbron, zeker bij een pup.

3. Vermijd granen en suiker. Een klein beetje rijst kan wel.

4. Groenten zijn prima voor honden. Katten hebben hier minder behoefte aan.

5. Het beste kun je voor een menu kiezen met maximaal 2% koolhydraten. Koolhydraten zitten in granen en groenten.

6. Een goede  kant-en-klaar versvleesvoeding voor de hond bevat minimaal 50% spiervlees, 15% orgaan en 10% bot. Voor de kat is dit 60% spiervlees, 15% organen en 10% bot. Niet alle producenten geven hier goede informatie over.

7. Biologisch vlees bevat minder antibiotica bevat (en andere nadelige stoffen) en is beter in het kader van dierenwelzijn.

8. De prijs van het voer. De prijzen (2012) variërenvan ongeveer 1,50 (premix) tot 6,00 euro (biologisch) per kg.

9. De verkrijgbaarheid van het voer. Niet alle merken zijn wijdverspreid verkrijgbaar. Op de betreffende websites staat dan vermeld welke verkooppunten beschikbaar zijn.

 

Let op: Wanneer je brokken en versvoer combineert geef ze dan nooit tegelijk. Ze hebben een ander verteringsproces nodig.

 

naar boven

 


 

Informatie  op deze pagina afkomstig van:

Zelf eten maken voor de kat en de hond, Tannetje Koning, www.natuurlijkvoordieren.nl

Natural Feeding for Dogs, Holistic Vet Ltd, Nick Tompsom; www.holisticvet.co.uk

Raw Food for Dogs - the Ultimate Reference for Dog Owners, Mogens Eliasen, 2003 (E-book)

Duurzame Gezondheid voor Alle Dieren, Dierenartsenpraktijk BIO MENTOR, www.biomentor.org

De Voerwijzer, www.voerwijzer.com

 

naar boven